29 april 2021
1 min leestijd
Stel: je hebt een geweldig idee voor een boek. Nu alleen nog even schrijven. Maar hoe werkt zoiets? Hoe begin je in godsnaam? En wat moet je absoluut wel en niet doen? We vroegen het Das Mag-schrijver Peter Buurman. ‘Tijdens het schrijven had ik geen flauw idee wat ik aan het doen was.’
Volgens Peter is het goed dat we juist hem bellen, want hij is een schrijver met ‘met iets minder natuurtalent.’ Peter debuteerde in de verhalenbundel Sampler van uitgeverij Das Mag en bracht vorig jaar zijn eerste roman Een goede nachtrust uit. Zijn eerste en beste tip is: schrijf een meesterwerk. ‘Zulke boeken zien het levenslicht wel, kijk maar naar De geschiedenis van mijn seksualiteit van Sofie Lakmaker,’ aldus Peter. ‘Maar voor al die andere schrijver met net iets minder natuurtalent – zoals ik - wil ik wel wat tips geven.’ Heb jij dat meesterwerk nu even niet in de vingers, klamp je dan vast aan deze tips van Peter.
Wellicht een open deur, maar alle boeken beginnen met een idee. Peter: ‘Ik denk niet dat het besluit moet zijn: ik ga een boek schrijven. Dat kan je wel willen, maar dat is niet voldoende. Je moet een idee hebben dat volgens jou een boek waard is. Dat kan een beeld zijn, een gevoel, iets waar je heel hard om moet lachen of één zinnetje. Iets waar je zelf graag over wil vertellen.’
Hoe kom je er nou achter of het een goed idee is? ‘Ja, dat is een kwestie van doen,’ vindt Peter. ‘Maar uiteindelijk bepaal je ook zelf wat jij goed vindt. Ga schrijven en je voelt wat werkt voor jou. Maak iets dat je zelf graag wilt maken. Uiteindelijk is dat hetgeen wat je onderscheidt van anderen. Boeken over wat andere mensen interessant vinden zijn er al genoeg.’
‘Tijdens het schrijven van mijn eerste boek had ik geen flauw idee wat ik aan het doen was,’ zegt Peter. ‘Ik was argeloos en wist niet echt wat er ging gebeuren. Ik schaam me daar nu een beetje voor, maar achteraf was het ook een voordeel.’ Want zodra jouw idee uitgroeit tot een boek en het in de winkel ligt, is het niet langer jouw verhaal. ‘Iedere schrijver ooit zegt dat, maar toch kwam het voor mij als een schok. Je boek komt ook terecht bij mensen die het helemaal niets vinden. Hoe dat voelt, daar ben ik pas achter gekomen toen het er al was. Achteraf had het boek nooit zo kunnen zijn als ik daar teveel over had nagedacht.’
Vandaar dus de tip: koester je naïviteit. Peter: ‘Je kent dat cliché over debuutalbums, dat die een frisse en rauwe energie hebben die nooit meer hervonden wordt. Of dat nu echt zo is kun je je afvragen, maar je gaat nu eenmaal fouten maken omdat het je eerste keer is. Je kunt dat zien als naïviteit die je nog moet afleren, maar ook als precies die keuzes die jouw werk uniek maken.’
Houd die vingers in beweging, schrijven, schrijven, schrijven! Als het voor jou werkt zelfs met een 9-tot-5-mentaliteit, adviseert Peter. ‘Ja, of welke cijfers jou het beste liggen. Vind een routine uit voor jezelf. Een uurtje per dag schrijven kan ook goed werken. In het begin dacht ik weleens: 'hoe ga ik al die pagina’s vullen?' Het lijkt dan nog zo’n lange tocht.’
Die angst kan je verhelpen met routine. ‘Als je weet dat je elke dag typt van zo laat tot zo laat, dan geeft dat rust. Aan het einde van die paar uur ben je sowieso verder dan aan het begin; is het niet in woordaantal dan wel in je gedachten. Het klinkt heel banaal, maar het dempt angst en twijfels, en als het schrijven zelf een routine wordt hou je meer aandacht over voor de ideeën. Voor mij was een boek schrijven een marathon en geen sprint, maar misschien is dat anders als je een meesterwerk schrijft.’
Als afsluiter een lekker tegenstrijdige tip. ‘De mooiste boeken zijn volstrekt origineel,’ vindt Peter. ‘Dat vind ik tenminste het leukste om te zien, als iemand iets heeft gemaakt dat hij/zij per se wilde maken. Dat je de marketing niet kunt zien aan het boek. Dat er dingen inzitten die waarschijnlijk zijn afgeraden door de uitgever. Daar krijg ik het warm van. Niet luisteren naar kritieken en adviezen of bezig zijn met de buitenwereld, maar iets maken omdat jij dat wil maken.’
Tegelijkertijd adviseert Peter ook: luister af en toe naar advies. Want als hij dat niet gedaan had, was zijn debuutroman nu dubbel zo dik en bij vlagen nogal saai. ‘Ik had een hele fijne redacteur die met me meelas, Isabel van Das Mag,’ vertelt Peter. ‘Soms zette ze strepen door hele pagina’s. ‘Dit is saai, dat gaat nergens over’. Ik heb twee keer zoveel geschreven als wat er uiteindelijk in het boek is terechtgekomen. Dat is dan wel fijn aan een redacteur. Een goede redacteur begrijpt wat je idee is en helpt je om dat zo goed mogelijk op papier te krijgen.’
Nou, succes met jouw boek! Nog even wat inspiratie opdoen door Peters boek te lezen? Je scoort nu een abonnement op de e-books van Das Mag voor maar € 37,50 per jaar.